Header
AgendaLinkedin

Toespraak KIVI Dag van de Ingenieur 2020

Dames en Heren, zeer veel dank voor de uitnodiging voor deze dag en ik ben zeer vereerd met het ere lidmaatschap van het Koninklijk Instituut van ingenieurs, wat ik zojuist in ontvangst mocht nemen. Ik wil vanmiddag met u kort ingaan op 3 onderwerpen. In de eerste plaats, wie ben ik en wat doe ik, dan over de rol van de ingenieur in de samenleving en ten slotte over onze vereniging.
Persoonlijk,
Na mijn studie elektrotechniek werd ik benaderd door de drie van de vier ondernemingen, waar ik mijn praktisch jaar had doorgebracht, om in dienst te komen. De keuze viel op het Siemens concern, waar ik de veertig jaar zou volmaken. Ik heb in die periode kennis gemaakt met het brede spectrum aan technieken waarin Siemens actief was. We bouwden energiecentrales, spoorlijnen, treinen en trams, gebouwinstallaties, verkeerssystemen, medische technologie, en noem maar op. Een geweldige tijd, met elke vier jaar een andere uitdaging. Heel veel landen heb ik in die periode gezien. In 1996 trad ik toe tot het bestuur van Siemens Nederland, waar ik in 2002 voorzitter werd. Van 2005 tot 2010 mocht ik ook de supervisie over de landen in Noord-West Europa voeren. Al in mijn Siemens periode vervulde ik veel toezichthoudende functies. Dat liep van president-commissaris bij Dutch Space, wat ik verkocht aan EADS, het latere Airbus, Batenburg, Feyenoord, GGZ Delfland, en andere ondernemingen.
Dit ging door na mijn pensionering en nog altijd ben ik president commissaris bij Aalberts, bij CM.com (recent naar de beurs gebracht), bij Sacon, bij Coolback, bij ASMI, bij G4S Nederland, en heb ik bestuursfuncties bij het Rotterdams Philharmonisch, Habitat for Humanity, de Koning Willem 1 Stichting, waar ik juryvoorzitter ben, zit ik de deskundigencommissie voor van de MIT Zuid Holland subsidie regeling en een reeks andere stichtingen en organisaties.
Ook fuseerde ik in die periode twee ziekenhuizen in Rotterdam en Schiedam. In 2010 werd ik president van het KIVI, wat ik twee periodes deed tot 2016. Ik kom daar later op terug. Tot zover mijn persoonlijke CV. U ziet dat ik mij nog niet verveel en de geraniums nog bij de bloemist staan.
de ingenieur in de samenleving.
Ik meen te mogen zeggen, waar ik mijn leven te midden van ingenieurs heb doorgebracht, de typische eigenschappen van de gemiddelde ingenieur te kennen. Daar waar u het niet met mij eens bent, moet u aannemen dat u, een van de uitzonderingen bent. De ingenieur is introvert, volop bezig met zijn wetenschap, en gaat ervan uit dat anderen daar weinig van begrijpen. Bij hem gaat de techniek voor alles en is al het andere minder belangrijk. Misschien met uitzondering dan, van zijn of haar partner. Dat heeft voor een deel met de keuze om ingenieur te worden, te maken, maar ook met de opleidingen aan de TU’s en de HBO instellingen. Te weinig aandacht is er voor niet technische
vakken als economie, rechten, sociale vaardigheden, internationale samenwerking en noem maar op. Opvallend is dan ook dat veel technische ondernemingen worden geleid door niet-technici. Kijken we naar de participatie van ingenieurs in de politieke partijen, de eerste en tweede kamer en de regering dan is het tellen daarvan een extreem eenvoudige zaak. Het is hooguit een handje vol.
Toen in in het beging van deze eeuw in China was, bestond de regering of zo u wilt het partijpresidium uit 18 ingenieurs op een totaal van 19 leden. Ik wil niet graag het Chinese partijregiem als voorbeeld voor ons nemen, maar het maakt wel duidelijk dat een land in opbouw iets anders nodig heeft. Wij zijn beland in partij gekonkel, populisme bij politici en uitblijvende beslissingen om belangrijke investeringen te doen. Toen we mede vanuit KIVI de bijeenkomsten tussen politici en zakenleven in Nieuwspoort starten, bleken maximaal twee Kamerleden op de uitnodigingen in te gaan, waardoor een echte dialoog ontbrak. Ik roep dan ook de ingenieurs op om veel actiever te worden in de politiek, en dan niet alleen lokaal in het dorp of de stad, maar juist ook in de landelijke politiek.
In de politiek zien we te vaak beslissingen welke gebaseerd zijn op de technische oplossingen van gisteren en vandaag, terwijl besluiten zouden moeten genomen worden op basis van mogelijke en noodzakelijke oplossingen in de toekomst.
Dat geldt ook voor de klimaatdiscussie. Investeren in de toekomst betekent wetenschappers de kans te geven om oplossingen te creëren voor de problemen waarmee we geconfronteerd worden. Of het gaat over het stoppen met de gasproductie, de klimaatdiscussie, of de Pfas problematiek. Te veel lijkt het op paniekvoetbal, resulterend in ad hoc beslissingen, veelal nog verzwakt door de eindeloze compromis politiek, wat het hebben van zo veel partijen in de volksvertegenwoordiging, automatisch met zich mee brengt. Daar waar we ons wel ergeren aan deze primitieve besluitvorming, grijpen we niet in, en is de animo van ingenieurs om zich in de politieke arena te storten nog altijd gering. Mag ik een paar voorbeelden noemen. In 2007, 2008 werd de gasproductie in Groningen tot ongekende hoogte gebracht. Mooie business voor mijn onderneming, omdat steeds weer de compressoren welke de druk op het gasveld zetten om het gas te winnen, moesten worden uitgebreid. Maar toen al waarschuwden geologen dat het niet verstandig was het gas met deze snelheid aan de aarde te onttrekken. Maar het vullen van het begrotingsgat kreeg prioriteit.
De meer recente Pfas problematiek leidde tot een besluit voor een mimimaal toelaatbare waarde, welke een flink deel van de net opbloeiende bouw activiteiten deed stagneren. Enige onderbouwing van deze waarde was er niet. Terwijl wij een onrealistisch plan lanceren om woningen gasloos te maken, worden in Duitsland en Oostenrijk gasnetten aangelegd en aansluitingen gesubsidieerd. Ja, gasloos is mogelijk, maar praat eerst eens met ingenieurs om te kijken wat een realistische termijn is, en niet eerst besluiten en dan horen dat het niet gaat. Om nog maar niet te spreken over het gejojo met de snelheden op de weg. Veel geld gaat hiermee verloren, wat beter in onderwijs of de zorg had kunnen gaan. Ik klink wellicht wat pessimistisch, maar feitelijk is dit een soort politiek voeren welke ontstaat omdat we geen echte problemen hebben. Als die er zijn, dan lijkt onze regering plotseling wel alert en kunnen we snel handelen. Een dijkdoorbraak in Nederland doet wonderen. Het opduiken van Corona gevallen leidt tot een snelle en adequate aanpak. De Nederlanders staan bekend om hun inprovisatievermogen. Als we dat nu eens gebruiken in die situaties waarin er geen of nog geen urgentie is, kunnen we een stuk effectiever worden.
Op het gebied van de educatie lijkt het goed om het curriculum van de technische opleidingen eens tegen het licht te houden. Met een aantal collega’s, verzameld in de commissie “Van Pernis”, mocht ik in 2012 het hoger technisch en natuurkundig beroepsonderwijs van adviezen voorzien. Het doel was het technisch onderwijs aantrekkelijker en beter te maken en het aantal technische ingenieurs
van 1,6 op 10 naar 4 op tien te brengen. Goed was om te zien dat vele HBO instellingen dat advies volgden en er een aanzienlijke groei van het aantal technische studenten heeft plaats gevonden. We zijn er echter nog steeds niet. Aan onze drie TU’s is veel veranderd. Toch pleit ik daar voor toevoeging en versterking van het pakket niet technische vakken aan het portfolio, ook als dat de studieduur met een jaar zou moeten verlengen. We kunnen er nog betere ingenieurs van maken, die naast hun mogelijkheden in de wetenschap en de industrie ook in andere sectoren een wezenlijke bijdrage kunnen leveren.
Ik ben iemand die een leven lang in de industrie heb doorgebracht. Ik heb gezien hoe veel landen een industriepolitiek hebben ontwikkeld. Is het niet merkwaardig das pas recent Mona Keizer als minister van economische zaken het woord industrie politiek heeft uitgesproken en er daadwerkelijk werk van wil maken. Wij zijn in Nederland veel rijker aan prachtige grote ondernemingen en MKB bedrijven dan we ons realiseren. Als juryvoorzitter van de Koning Willem 1 stichting zie ik tweejaarlijks ca. 70 MKB bedrijven en 30 grote ondernemingen langs komen. Pas dan zie je wat een geweldig ondernemersland wij zijn. Twee weken geleden mocht ik CM.com, een communicatie en fintechbedrijf, als president-commissaris, naar de beurs begeleiden. Twee Eindhoven studenten die respectievelijk als DJ en verzamelaar van 06 nummers, via SMS’jes geld ophaalden om in hun studiekosten te voorzien. Daaruit ontstond CM.com, waarvoor investeerders bij de beursgang 80 miljoen Euro wilde neer leggen. Een geweldig succes van een bedrijf dat per jaar meer dan 30% groeit en daarbij ook nog resultaat maakt. En let wel: geleid door twee ingenieurs. Het kan dus wel.
En natuurlijk zijn er andere mooie voorbeelden. En laten we vooral ook initiatieven als de hyperloop van Hardt en de solarcar van LightYear ondersteunen en niet, zoals in een recente artikel in de Ingenieur, de ideeën al bij voorbaat als onzin beschrijven. Ik heb bij beide enige betrokkenheid, en zelfs als de initiatieven niet zouden slagen is er een enorme kennis ontstaan op veel deelgebieden. En dat komt ons in andere toepassingen dan weer ten goede.
En we kunnen het! Wie realiseert zich dat we met ASML, ASMI en BESI, bijna 90% van de markt voor chipproductiemachines in handen hebben. En ik kan er nog veel meer noemen. Onze zaadveredelingsbedrijven, maar ook innovatieve bedrijven als Coppert Cress in het Westland of het bouwbedrijf Dijkstra Draaisma in Dokkum, die met robots complete wanden van nieuwbouwhuizen produceert. Stuk voor stuk pareltjes. Eind van deze maand mag ik met mijn jury wederom meer dan honderd bedrijven beoordelen en een aantal nomineren voor de Koning Willem 1 onderscheiding.
KIVI
Ten slotte nog enkele woorden over ons Koninklijk Instituut. Ik mocht in de periode 2010 tot 2016 als president leiding geven aan het bestuur. In deze functie heb ik de integratie van KIVI en Niria volledig gemaakt door het vastgoed in de combinatie te brengen en de naam terug te brengen tot KIVI. Ook heb ik getracht het besloten karakter van de vereniging wat meer transparant te maken. In praktische zin gaf ik opdracht de zware voordeur te voorzien van een sensor en een motor zodat deze bij nadering, spontaan zou opengaan. Ik heb me daarbij wel verkeken op de het feit dat ook de deur onder monumentenzorg stond en de doorgesleten scharnieren niet mochten worden vervangen, waardoor het wel om een echte ingenieurs-oplossing vroeg.
Een geweldig moment was het om te horen dat het initiatief om, ter nagedachtenis aan Prins Friso, die bij ons lid was, de Friso Ingenieursprijs in te stellen, door het Koninklijk Huis werd gehonoreerd. En geweldig dat ieder jaar opnieuw de prinsessen Beatrix en Mabel de uitreiking bij wonen. En dat is ook vandaag weer het geval.
Als vereniging zijn we in december negatief in het nieuws geweest. Zoals dat mij pijn deed, zal dat zeker ook bij u het geval zijn. Er is al jaren een ledenverval en jonge ingenieurs hebben minder dan vroeger de neiging om in groepsverband te discussiëren over technologie zaken en met andere ingenieurs mooie bedrijfsbezoeken te doen of gewoon aan de bar bij te praten. Het is echter van het grootste belang dat wij ons instituut levend houden en laten groeien met nieuwe jonge ingenieurs. Ik raad u ook aan om na te denken over de structuur van de organisatie. Ik zie hoe nieuwe en moderne bedrijven volstrekt anders omgaan met structuren en met mensen. Het ontbreken van organisatieschema’s, het verdwijnen van hiërarchie, levert een nieuw soort medewerker op die een extreem grote mate van zelfstandigheid heeft en dat omzet in een geweldige inzet, creativiteit en betrokkenheid. Veel wat jonge bedrijven doen, wordt al gekopieerd in de wat meer conservatieve ondernemingen.
het bedrijf CM.com is het een feest om binnen te komen. Jonge mensen, waaronder veel ingenieurs, die samen werken, samen koken, samen eten en ook samen feesten. KIVI bestuurders, kijk goed hoe deze bedrijven werken. Zij trekken wel de jonge mensen aan, die bij ons ontbreken. Met alle respect, mensen van diverse generaties hebben verschillende behoeften en is het zaak daarop in te spelen. Tenslotte roep ik u op, om problemen binnen KIVI in huis te bespreken en op te lossen. Zoals uit het interview in de pers bleek waren er insiders die meenden hun mening in de krant te moeten uiten. Doe het niet. Wij zijn een koninklijk instituut en laten we ons dus ook koninklijk gedragen.
Ik dank u nogmaals voor het prestigieuze erelidmaatschap en wens KIVI een wonderschone toekomst toe.

Columns Technisch Weekblad

Column Technisch Weekblad nr 49 2014  - Start Ups

Column Technisch Weekblad nr 45 2014 - Nederlandse ingenieurs en de aanpak van klimaatverandering

Column Technisch Weekblad nr 40 2014 - Fileleed

Column Technisch Weekblad nr 36 2014 - Vakantie

Column Technisch Weekblad nr 28/29 2014 - Het Noorden en het Europese hogesnelheidsnetwerk

Column Technisch Weekblad nr 24 2014 - De excellente Nederlandse maakindustrie

Column Technisch Weekblad nr 14 2014 - Geef werkend Nederland vertrouwen terug

Column Technisch Weekblad nr 10 2014 - Meid kiest techniek...

ColumnTechnisch Weekblad nr 4 2014 - Olympische Spelen en de Hannover Messe

Column Technisch Weekblad nr 44 2013 - Industriepoort

Column Technisch Weekblad nr 27 2013 - Stimuleer de utiliteitsbouw

Column Technisch Weekblad nr 23 2013 - The world is changing, associations aren't

Column Technisch Weekblad nr 18/19 2013 - Ingenieurs en discussie schaliegas

Column Technisch Weekblad nr 13 2013 - Techniekpact

Column Technisch Weekblad nr 8/9 2013 - Spoorinfrastructuur en rollend materieel 

Column Technisch Weekblad nr 4 2013 - Technisch Onderwijs

 

 

 

 

 

 

 

 

Secretariaat: js@vapecon.nl